9. Algemeen rechtsgebied


Tot uitoefening van een hoogste rechtspraak over alle Nederlanden had Filips de Goede van Bourgondië een Grote Raad ingesteld, die door Filips de Schone in 1503 voorgoed te Mechelen was gevestigd. Die raad sprak recht in enkele zaken bij eerste aanleg, en had in burgerlijke zaken, bij appèl, kennis moeten nemen van vonnissen door provinciale rechtbanken gewezen. Maar hij kon dit gezag niet doen gelden, wegens de tegenstand van de Staten in de meeste provincies. Van de noordelijke gewesten kwam alleen in Holland en Zeeland het beroep op de Grote Raad in zwang, maar ook daar niet zonder tegenspraak.

Voor verdere toelichting zie: [Thorbecke]/Fruin/Colenbrander, 
Staatsinstellingen (ed. 1922), 140-143.