Eed aan de koning
Begin januari 1567 heeft de landvoogdes Margaretha van Parma een nieuwe eed
van trouw laten afleggen door alle personen die daarvoor maar in aanmerking
kwamen. De letterlijke tekst van de eed is niet zo gemakkelijk te achterhalen.
Uit het werk van Pieter Bor is hier de tekst overgenomen die nog het dichtst bij
de originele eed lijkt te liggen, gedateerd 11 januari 1567.
De Gouvernante heeft ook geschreven aen alle de principale Raden en
Cancelrijen, dat se terstond allen Stadhouders van Lenen, Bailjus en andere
Officieren der Steden souden schrijven en belasten met alder spoet en vlijt voor
hen te roepen en ontbieden alle en eenen yegelijk van den Leen-mannen van haren
Leen-hove, Gerechte of Jurisdictie, den eenen voor en den anderen na, en de
selve voor te houden dat se boven de Obligatie van natuerlijke Ondersaten, den
Konink ook particulierlijk zijn verbonden, by trouwe en eed, die sy uit saken
van haren Lenen hem gesworen hebben, en dat sy derhalven ook schuldig zijn met
haren Mannen en Leen-houders uyt sake van hare Lenen en achter-lenen hem in
oorlogen en krijg te dienen, en voorts van hen opentlijk te verstaen en vernemen
wat affectie en genegentheid sy totten dienst en vorderinge van sijne Majesteit
dragende zijn, en hen ondervragen op den Eed van trouwe en manschap, die sy
gedaen hebben (en gehouden souden wesen te vernieuwen) of sy niet gesint en zijn
met sijne Majesteit te houden en aenspannen der selver op en tegen eenen
yegelijken te dienen, renuncierende en vertijende alle verbanden, confederatien
en obligatien ter contrarien, en dat de voorschreven Officiers van den selven
Leen-houders souden belasten en bevelen van wegen sijner voorschreven Majesteit,
haren wille en meninge deshalven by solemnelen Eed te verklaren, op verbeurte
van haren Lenen en Heerlijkheden, en dat se den selven Officiers sullen gebieden
en ordonneren dat se op 't spoedigsten hen sullen verwittigen wat sy hier in
bevonden sullen hebben, met verklaringe van de namen der gener die 't selve
weigeren souden.
En belangende degene die
achter Leen-mannen hebben, dat de voorschreven Officiers deselve souden bevelen
van wegen sijne Majesteit, gelijk devoir en officie te doen aen haren Vassalen
en Leen-houders en haer besoigne aen den principalen Officier van den Leen-hove,
daer van de voorschreven lenen gehouden en roerende zijn, te senden etc. Dese
brieven waren gedateert den XI. January 1567.
Uit: Bor, Oorspronck, I, 148.