Bor, Pieter Christiaenzoon

Utrecht, 1559 - Haarlem, 16 maart 1635

Geschiedschrijver en notaris

Pieter Christiaenszoon Bor, zoals afgebeeld in deel I van zijn grote geschiedwerk (zie nr. 6). Een geschilderd portret door Frans Hals bevindt zich in het Ludwig-Suermondt-museum te Aken.

Over de jeugd van de Utrechtse apothekerszoon Bor is weinig bekend. In oktober 1578 vestigde hij zich in Haarlem. In 1591 verhuisde hij naar Leiden, waar hij notaris was en de eerste editie van zijn boek schreef (zie: 1). Hij woonde ook nog in 's-Gravenhage, Rijswijk en Beverwijk en keerde uiteindelijk weer naar Haarlem terug. De Staten van Utrecht gaven hem in 1602 een jaargeld voor zijn geschiedwerk. Door zijn zwager Kriep, griffier van het Hof van Holland, had hij toegang tot de archieven. In 1616 volgden ook de Staten van Holland met hun officiële erkenning en financiële waardering van Bors historiografische activiteiten. Hij werd benoemd tot rentmeester-generaal van Noord-Holland, een betrekking die hem in staat stelde vrijwel alle aandacht op het samenstellen van zijn geschiedwerk te richten.

Digitaal beschikbare werken

Den oorspronck, begin ende aenvanck der Nederlandtscher oorlogen
Gedurende de regeringe vande Hertoginnen van Parma, de Hertoge van Alba ende eensdeels vanden Groot Commandeur, uitgegeven door Govert Basson, Leiden 1617.

Vanaf april 2012 digitaal te raadplegen op de website van de dbnl

Oorspronck, begin, en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, beroerten, en borgerlyke oneenigheden. 4 dln. Amsterdam, 1679 - 1684. De gegraveerde titelpagina's van deel 2, 3 en 4 hebben als titel: 'Historie der Nederlandtsche oorlogen onpartydiglyk beschreven'. Het impressum daarop vermeldt het jaar 1679, de typografische titelpagina van deel 2 vermeldt 1680, van deel 3 1681, van deel 4 1684.
Digitaal te raadplegen op de site van de bibliotheek van de Universiteit Antwerpen.

Oude drukken

1. Oorspronck, begin ende aenvang der Nederlantscher oorlogen, beroerten ende borgerlijcke oneenicheyden. Warachtighe ende historische beschrijvinge. Utrecht 1595 [121 pp.; f°]; 's-Gravenhage 1603 (`van nieus oversien').
Boek 1-3.

2. Vande Nederlantsche oorloghen, beroerten ende borgerlijcke oneenicheyden, gheduerende den gouvernemente vanden hertoghe van Alba inde selve landen. Utrecht 1601 [374 pp.; f°].
Boek 4-6. Bovenaan de bladzijden weer eerste, tweede en derde boek genoemd.

Vervolgens verscheen een door Bor in dichtvorm gestelde samenvatting van 1 en 2: 

3. Den oorspronck, begin ende aenvanck der Nederlandtscher oorlogen, geduyrende de regeringe vande hertoginne van Parma, de hertoge van Alba, ende eensdeels vanden groot commandeur. Beschreven deur Pieter Bor Christiaensoon historyschrijver, ende nu deur den selven in liedekens vervaet. Leiden 1617; Amsterdam 1747, 1762.

4. Nederlantsche oorloghen, beroerten ende borgerlijcke oneenicheyden, beginnende mette opdrachte der selver landen ghedaen by keyser Carel de V. aen sijnen soon coninck Philippus van Spangien tot de droevighe doodt van zijn excellentie Willem prince van Orangien hooghl. memorie. 6 dln. Leiden/Amsterdam 1621-1634 [543 + 703 + 386 + 398 + 380 + 387 ff.; f°]

Tussen 1679 en 1684 verscheen een voortgezette folio-editie onder de titel:

5. Oorsprongk, begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, beroerten, en borgerlyke oneenigheden; beginnende met d'opdracht der selve Landen, gedaen by Keyser Karel den Vijfden, aen sijnen soon konink Philippus van Spanjen, en eindigende met het einde van 't jaer MDC, ... in XXXVII boeken en IV stukken verdeelt. 4 dln. Amsterdam 1679-1684. Deel I: 1555-1578; Deel II: 1578-1582; Deel III: 1583-1594; Deel IV: 1595-1600. Tegelijkertijd verscheen een identieke uitgave op groot papier in negen banden.

6. Kort ende waerachtigh verhael van de heerlijcke ende onvoorsiene victorie, die God Almachtigh de Vereenighde Nederlandsche Provintien verleent heeft, deur 't veroveren van de stercke stadt van Wesel ... 's-Gravenhage 1629 [28 pp.; 4°]

7. Gelegentheyt van 's Hertogen-bosch vierde hooft-stadt van Brabandt. Haer oorspronck, fundatie ende vergrootinge, verscheyden hare belegeringen. Ende eyntlijcke overwinninge verrassinghe ende inneminghe van Wesel ende meer andere geschiedenissen des iaers 1629. Alles onder 't voorsichtigh wijs ende kloeck beleyt van den deurluchtigen hooch-gebooren vorst ende prince Frederick Henrick ... 's-Gravenhage 1630 [412 pp.; 4°] - Nijhoff/Van Hattum, 40.

8. Het seste deel, der chronycke Carionis: inhoudende de voor-naemste ende ghedenck-weerdighste saken ende gheschiedenissen, in geestelicke ende wereltlicke saken, de welcke beyde in tijde van vrede en oorloge, te water ende te lande geschiet zijn, in de voornaemste deelen des gheheelen aertbodems, zedert den aenvanck van de regieringe des groot-machtigen Rodolphi de II ... tot den overlyden van Matthias den I ... Amsterdam 1632 [815 pp.; f°]
Dit is het vervolg van Bor op de Chronica Carionis, die in Dordrecht 1586 verscheen in de vertaling van Bors oom Willem van Zuijlen van Nijevelt.

Literatuur

De Wind, 240-243. 560-561; Van der Aa, II, 2, 902-905; NNBW, VI, 160-163; Haitsma Mulier/Van der Lem, nr. 75.

E.O.G. Haitsma Mulier, `Geschiedschrijving op rijm in Nederland in de beginnende zeventiende eeuw. Dousa, Bor en Wachtendorp, bien étonnés de se trouver ensemble?', in: Jo Tollebeek, Georgi Verbeeck, Tom Verschaffel red., De lectuur van het verleden. Opstellen over de geschiedenis van de geschiedschrijving aangeboden aan Reginald de Schryver (Leuven, 1998) 189-205

A.E.M. Janssen, `A "trias politica" on the revolt of the Netherlands: Emanuel van Meteren, Pieter Bor and Everhard van Reyd as exponents of contemporary historiography', in: A.C. Duke, C.A. Tamse, ed., Clio's mirror. Historiography in Britain and the Netherlands. Britain and the Netherlands, VIII, Papers delivered to the eight Anglo-Dutch historical conference (Zutphen, 1985) 9-30.

A.E.M. Janssen, `Pieter Bor Christiaenszoon (1559-1635), geschiedschrijver van "waerheyt ende onpartijschap"', in: P.A.M. Geurts, A.E.M. Janssen, ed., Geschiedschrijving in Nederland. Studies over de historiografie van de Nieuwe Tijd (2 dln.; 's-Gravenhage, 1981) I, 21-38

J.A.L. Lancée, `Pieter Bor: volksopvoeder en "Rijksgeschiedschrijver"', Maatstaf 28 (1980) 95-104

B.A. Vermaseren, `Een 18de-eeuws betoog tegen het Plakkaet van Verlaetinge, tevens inhoudende een kritiek op Bor', Handelingen van het zevenentwintigste Nederlands filologencongres gehouden te Utrecht 1962 (Groningen, 1962) 195-198