Erik van Brunswijk
Erich von Braunschweig-Lüneburg
?, 1528 - 17 november 1584
Duits legeraanvoerder in dienst van Filips II
Biografie
Erik, hertog van Brunswijk-Lüneburg was de zoon van Erik I van
Brunswijk-Lüneburg en diens tweede vrouw Elisabeth van Brandenburg. Erik I was
katholiek en streed voor Karel V in het Duitse Rijk. Na zijn onverwachte dood in
1540 trad zijn vrouw Elisabeth op als regent voor hun zoon, Erik II. Zij voerde
in het hertogdom de hervorming door. In 1545 trouwde Erik II met Sidonia van
Saksen. Een jaar later werd hij meerderjarig verklaard en nam hij zelf de
regering in handen. Op de Rijksdag van Regensburg liet hij zich door de keizer
overhalen diens kant te kiezen, zoals toen ook Maurits van Saksen deed. Op bevel
van de keizer belegerde Erik de stad Bremen, maar hij maakte zich uit de voeten
toen een leger tot ontzet van de stad naderde. Ingehaald op 23 mei 1547 leed hij
bij Drakenburg aan de Weser een nederlaag, waaraan hij zelf ternauwernood kon
ontkomen door in de rivier te springen. Een jaar later ging Erik over tot de
katholieke kerk, maar hij liet de inwoners van zijn vorstendom hun protestantse
godsdienst uitoefenen. Zelf reisde hij in 1548 naar Spanje en in januari 1549
kwam hij in de Nederlanden aan.
Toen de strijd tussen Filips II en
Hendrik II uitbrak, werd Erik van Brunswijk in 1556 in dienst genomen voor de
oorlog tegen Frankrijk. Als kolonel voerde hij het bevel over 1200 zwarte
ruiters voor de duur van zes jaar. Hij had een belangrijk aandeel in de
overwinning bij Saint-Quentin en maakte er twee belangrijke gevangen: de Franse
maarschalk Saint-André en de Rheingraf Johann Philipp. Deze twee krijgsgevangen
nam hij mee naar zijn Duitse gebieden, van waaruit ze werden overgedragen aan
Filips II tegen een hoge som geld, die echter nooit werd uitbetaald. Na de vrede
van Cateau-Cambrésis hield Erik van Brunswijk zich opnieuw in Spanje op,
enerzijds om het hem toekomende geld uitbetaald te krijgen (vergeefs),
anderzijds om er het leven onder de Spaanse zon te genieten. Om de hertog
althans gedeeltelijk tegemoet te komen, beleende Filips II hem in 1558 met de
stad en heerlijkheid Woerden. Zelf
kocht Erik van Brandenburg in 1564 de baronie Liesveld in de Alblasserwaard en
een huis in Den Haag, het naar hem genoemde Brunswijk Huis, dat in 1652 is
afgebroken en plaats maakte voor het Johan de Witt-huis. De ernaast gelegen
Hartogstraat is nog altijd een verwijzing naar deze hertog Erik. In diezelfde
jaren kreeg Erik van Brunswijk een relatie met Katharina van Weldam, die hem
twee kinderen schonk, die hij later heeft laten legitimeren. Op 15 januari 1562
tekende hij in Antwerpen opnieuw een dienstcontract in dienst van Filips II,
maar in 1563 zocht hij zijn krijgsbedrijf uit te oefenen eerst in dienst van de
Deense en daarna in die van de Poolse koning. Een jaar later was hij weer in
Duitsland en Holland terug, waar hij plotseling leed aan zwaarlijvigheid,
haaruitval en zwarte nagels. Dat leidde in Brunswijk tot allerlei
beschuldigingen van hekserij, waarbij ook adellijke vrouwen werden beschuldigd
en ondervraagd, onder wie zijn eigen vrouw Sidonia.
Tijdens de jaren van de troebelen in
de Nederlanden stond Erik van Brunswijk naar verluid in contact met kardinaal
Granvelle. Toen Brunswijk in 1566 in Duitsland verbleef, was dat naar veler
mening om troepen te werven ten dienste van de Spaanse koning. Bij het herstel
van de orde na de Beeldenstorm was hij een trouwe steun van de landvoogdes. In
Woerden had de stad na de Beeldenstorm de kerken gesloten en de stad liet zich
niet door Erik vermurwen om deze weer te heropenen. Pas nadat het Hof van
Holland de heropening van de kerken had bevolen, gaf het stadsbestuur toe. Als
teken van zijn katholieke gezindheid stichtte Erik in hetzelfde jaar in het
naburige Gouda een gebrandschilderd raam in de om haar glasramen beroemde
Sint-Janskerk. Daarvoor was hij al in 1564 uitgenodigd door het stadsbestuur van
Gouda. De keuze van de voorstelling viel op de bestraffing van de tempelrover
Heliodorus (2 Makkabeeën 3), als tegenhanger van de verdrijving door Christus
van de geldwisselaars in de tempel. Dit glas zou omstreeks dezelfde tijd door
prins Willem van Oranje worden gerealiseerd, maar is om allerlei redenen niet
uitgevoerd. Toen het door Erik van Brunswijk geschonken raam in 1566 klaar kwam,
kon het nog veel toepasselijker geïnterpreteerd worden als de bestraffing van de
beeldenstormers van dat jaar.
Op 3 mei 1567 bezette Erik van
Brunswijk de stad Vianen, de stad van Brederode. Dat zinde Margaretha van Parma
niet erg, omdat zij deze de stad aan haar oogappel had toebedacht, de jonge
Karel van Mansfeld, wiens moeder een zuster van Brederode was. In 1568 trok Erik
van Brunswijk op tegen het leger van Lodewijk van Nassau, dat in eerste
instantie succes boekte met de overwinning bij
Heiligerlee. Omdat Filips II
financieel in gebreke bleef, zocht Erik van Brunswijk zijn heil in het noorden
van Frankrijk. Op 3 augustus 1569 kwam hij in dienst van koning Karel IX van
Frankrijk, maar toen hij voor deze troepen wierf in het Duitse Rijk, werd hem
dat op last van keizer Maximiliaan II verboden.
Toen in 1572 de Watergeuzen zich
meester maakten van de meeste Hollandse steden wist jonker Adriaan van Swieten,
gouverneur van Gouda, de stad Woerden over te halen de partij van de prins te
kiezen (8 augustus 1572). Daarmee was Erik om zo te zeggen zijn thuisbasis
kwijt. Wel werd hij in 1573 door Filips II onderscheiden met de Orde van het
Gulden Vlies. In 1575 trouwde Erik voor de tweede maal, nu met Dorothea van
Lotharingen. Deze schonk hem echter geen kinderen, waarna Erik de kinderen
wettigen liet uit zijn relatie met Katharina van Weldam. Erik bleef in dienst
van de Spaanse landvoogdij en in 1578 kwamen plannen aan het licht van Willem
van Oranje om Erik van Brunswijk uit de weg te laten ruimen. Nadien richtte Erik
van Brunswijs zich op het beheer van zijn goederen en de toekomst van zijn
kinderen. Zijn zoon werd verheven, geholpen door veel geld, tot markgraaf van
Occimiano (Noord-Italië). Na de aankoop van dit markiezaat logeerden Erik en
Dorothea hier regelmatig. Op 17 november 1584 overleed Brunswijk in Pavia.
Anton van der Lem
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden II, 4
(Haarlem, 1855) 1521-1524
Allgemeine Deutsche Biographie: niet opgenomen
Biographie Nationale de Belgique: niet opgenomen
Nationaal Biografisch Woordenboek: niet opgenomen
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII (Leiden, 1930) 228-229 (J.C.E.
Bartelds)
Nouvelle Biographie Nationale: niet opgenomen
Het geheim van Gouda : de cartons van de Goudse glazen / Zsuzsanna van
Ruyven-Zeman, Xander van Eck, Henny van Dolder-de Wit ; [red. Nicolette C.
Sluijter-Seijffert]. - Zutphen : Walburg Pers, cop. 2002. - 156 p. : ill., krt.
; 30 cm. Catalogus t.g.v. de tentoonstelling 'Het geheim van Gouda : de grootste
tekeningen van de wereld' in Museum het Catharina Gasthuis te Gouda van 16 maart
t/m 16 juni 2002. - Met lit. opg., reg. - Met samenvatting in het Engels. ISBN
90-5730-167-9, pag. 81-84
Leben und Bauten Herzog Erichs II. von Braunschweig-Lüneburg : Katalog zur
historischen Ausstellung im Schloss Landestrost, Neustadt am Rübenberge /
Wolfgang Kunze. - Hannover : Landkreis Hannover, Der Oberkreisdirektor, 1993. -
285 S. : zahlr. Ill. ; 27 cm: kart
Woerden 600 jaar stad / door Nico Plomp. - Woerden : Stichting
Stichts-Hollandse Bijdragen etc., 1972. - X, 150 p. : ill. ; 24 cm. - (Stichts-Hollandse
bijdragen ; 13) (Hollandse studiën ; 4) Met lit. opg.
Die Schlachten bei St.Quentin (10. August 1557) und bei Gravelingen (13) Juli
1558) nebst einem Beitr. zur Kenntnis der spanischen Infanterie im 16. Jhdt.. -
Nachdr. - Vaduz : Kraus Reprint, 1965. - XVI, 165 p. : ill. ; .. cm. - (Historische
Studien ; 118). Herdr. van de uitg. Berlijn, 1914.
A.A. van Schelven, artikel BVGO, volgt.
Max Bär, Geschichte der Familie von Walthausen, 1929
Renaissanceschlösser Niedersachsens / Albert Neukirch und Bernhard Niemeyer.
- Hannover, 1914. - 2 dl. : ill. ; 4º
Die Schlachten bei St. Quentin (10. Aug. 1557)
und bei Gravelingen (13. Juli 1558) : nebst einem Beitrag zur Kenntnis der
spanischen Infanterie im 16. Jahrhundert / von Henning von Koss. - Berlin :
Ebering, 1914. - XVI, 161 p. : ill. ; 25 cm. - (Historische Studien ; H. 118).
Oorspr. proefschrift Giessen.
Die Schlachten bei St. Quentin (10. 8. 1557) und bei Gravelingen (13. 7.
1558) : nebst einem Beitrag zur Kenntnis der spanischen Infanterie im 16.
Jahrhundert / von Henning von Koss. - Berlin : Ebering, 1914. - P. [122]-164,
[2] bl. : krt. ; 23 cm. Proefschrift Giessen. - Teildruck.
Friedrich Schiller, Geschichte des
Abfalls der vereinigten Niederlande von der spanischen Regierung (oorspronkelijke
uitgave: Leipzig, 1788) in: Schillers Werke : Nationalausgabe XVII: Historische
Schriften : erster Teil. Karl-Heinz Hahn ed. (Weimar, 1970), S. 157