Clercq, Gilles le
Nederlands rechtsgeleerde, ijveraar voor het Verbond der Edelen en Verbond
der Consistoriën
Doornik, ca. 1530 - ?, na 1567?
Gilles le Clercq was de zoon van Nicolaas le Clercq, proost en raadsheer te
Doornik. In Leuven haalde hij zijn licentiaat in de rechten en daarnaast was hij
een vurig adept van het calvinisme. Vermoedelijk was hij de eerste secretaris
van de églises wallonnes, de Franstalige calvinistische kerken in
Frankrijk en de Nederlanden. Als secretaris van
Lodewijk van Nassau had hij een belangrijk
aandeel in de activiteiten van het Verbond der Edelen. Daarnaast schijnt hij de
auteur geweest te zijn van een aantal scherpe antiregeringsgezinde pamfletten.
Hij was aanwezig bij de samenkomsten van de Verbondsedelen in Spa,
Breda,
Hoogstraten en
Sint-Truiden. Gezien zijn
verbale begaafdheid, zowel schriftelijk als mondeling zal hij ongetwijfeld
invloed hebben gehad op de meningsvorming van de edelen. Zo was hij met
Jan van Marnix van Toulouse de opsteller
van het derde smeekschrift van de edelen. Bovendien onderhield hij de contacten
met de calvinistische kooplieden en consistoriën; hij fungeerde dus als het ware
als een soort verbindingsofficier. Hij beijverde zich om bij de calvinistische
kooplieden geld in te zamelen om troepen te werven voor het geval de regering
geweld mocht gebruiken. Later wilde hij geld bijeenbrengen om tegen een bedrag
van drie miljoen gulden de godsdienstvrijheid van Filips II te kopen. Namens het
consistorie van Antwerpen bezocht hij in januari 1566 de calvinistische
keurvorst van de Palts, in de hoop dat deze bij de landvoogdes voor de
protestantse kerken zou willen pleiten. Op 10 februari 1566 vroeg hij aandacht
voor het lot van de protestanten in de Nederlanden op de Rijksdag te Augsburg.
In de maand van de
Beeldenstorm, augustus 1566, is hij weer in zijn geboortestreek: zijn
aanwezigheid is geregistreerd in Doornik, Armentières en Brussel. Op 8 oktober
1566 kwam hij in dienst van de graaf van Hornes. In
december van hetzelfde jaar voerde Le Clercq overleg met Willem van Oranje,
Lodewijk van Nassau en Hendrik van Brederode in
Vianen en Amsterdam. In het nieuwe
jaar nam hij deel aan de vergeefse expeditie van Jan van Marnix van Toulouse om
Walcheren te verrassen; toen het leger van Jan van Marnix bij
Oosterweel werd vernietigd wist
Le Clercq te ontkomen. Op het bericht van de nadering van Alva nam ook Le Clercq
de wijk naar Duitsland. Op 13 juni 1567 schreef hij zich nog in aan de
universiteit van Heidelberg. Hij werd echter geschaduwd door een spion van de
Brusselse regering, ene Gillis Joly. Op diens aanwijzingen konden in Doornik en
Brussel in juli 1567 papieren van Le Clercq in beslag worden genomen. Zij waren
dermate belastend dat de regering nog in dezelfde maand een arrestatiebevel
uitvaardigde. Le Clercq is uiteindelijk in Mainz gearresteerd, maar wanneer en
wat er vervolgens met hem is gebeurd, is merkwaardigerwijs onbekend. Op 19
november 1568 veroordeelde de Raad van Beroerten hem tot eeuwige verbanning. Was
hij in Alva's handen gevallen, zijn einde zou voorspelbaar zijn geweest.
Anton van der Lem
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden III
(Haarlem, 1858) 434-435
Biographie Nationale de Belgique 11 (Bruxelles, 1890-1891) 580-582
(C.A. Rahlenbeck)
Nationaal Biografisch Woordenboek: niet opgenomen
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IV (Leiden, 1918) 434-436 (A.A.
van Schelven)