Heyden, Gaspar van der
Mechelen, 1530 – Bacharach, 1586
Calvinistisch predikant en auteur
Biografie
Gaspar van der Heyden (later gelatiniseerd tot Heidanus) werd in 1530 te
Mechelen geboren als zoon van
Gerard van der Heyden, die zou behoord hebben tot de gegoede Mechelse burgerij.
Over zijn jeugdjaren te Mechelen is erg weinig geweten. Door zijn vader werd hij
voorbestemd tot de geestelijke stand, maar op 16- of 17-jarige leeftijd voelde
Gaspar zich aangetrokken tot de nieuwe leer.
Hij verliet de Sint-Romboutsstad en
vestigde zich te Antwerpen, de
grote handelsmetropool en reeds vroeg een brandpunt van reformatorische
activiteiten. Van der Heyden voorzag in zijn onderhoud als schoenmakersknecht.
Naar verluidt zou hij via zijn patroon in contact gekomen zijn met de
gereformeerde gemeente ‘onder het kruis’ te Antwerpen, waarvan hij de
vergaderingen met regelmaat ging bijwonen.
Al vlug werd Gaspar van der Heyden de
eerste predikant van de Antwerpse kruisgemeente. Hij bracht daarbij de
aanvankelijk nog ongeordende, min of meer op het calvinisme geörienteerde
groepen binnen een kerkelijk verband samen. Van ca. 1550 tot 1555 combineerde
hij zijn predikambt met de schoenmakersstiel, maar vanaf dat laatste jaar wijdde
hij zich op verzoek van de gemeente geheel aan de predikatie. In 1557 werd hij
in het Oostfriese Emden, een
belangrijk ballingenoord en gereformeerd centrum, in het predikambt bevestigd.
Terug in Antwerpen diende hij reeds het volgend jaar de Scheldestad te verlaten
omwille van de geloofsvervolging.
Gaspar van der Heyden nam de vlucht
naar Duitsland, waar hij te Frankfurt
als predikant van de vluchtelingengemeente een werkterrein vond. Minstens vanaf
1564 was hij actief in het nabijgelegen
Frankenthal waar hij huwde met
de Vlaamse Catharina van Goethem.
Wanneer de acties van de lage edelen
in het voorjaar van 1566 nieuwe perspectieven schenen te openen voor de
protestanten, keerde Van der Heyden, net als talrijke andere vluchtelingen, naar
zijn vaderland terug. Aangekomen te Antwerpen was hij aanvankelijk voornamelijk
bedrijvig te Axel,
Hulst en
Eeklo. In het najaar van 1566 keerde
hij terug naar Antwerpen, waar hij deel nam aan de verdere uitbouw van de
calvinistische gemeente. In november werd hij door de Antwerpse kerkeraad met
twee ouderlingen naar Amsterdam gezonden om er de neiging van de Antwerpse
gereformeerden om tot een vergelijk te komen met de lutheranen, te bestrijden.
Na de Slag bij Oosterweel (maart
1567) waren de verhoudingen in de Nederlanden definiteit in het nadeel van de
protestanten gekeerd en ontvluchtte Gaspar van der Heyden andermaal Antwerpen.
Heidanus keerde terug naar
Frankenthal waar hij tot 1574 het predikambt vervulde. In deze periode had hij
er contacten met andere voorname predikanten als Peter Datheen en Arent
Cornelisz., en ook in Filips van Marnix van Sint-Aldegonde vond hij een
medestrijder. Na de inname van Den Briel
(1 april 1572) en de verovering van de grootste delen van Holland en Zeeland op
het Spaanse gezag, begon men in die gewesten met de uitbouw van het calvinisme.
Geen wonder dus dat Gaspar van der Heyden beroepen werd om aan dat werk deel te
namen. Midden 1574 diende hij als predikant te
Middelburg. De belangrijke rol
die Heidanus inmiddels had verworven binnen het calvinisme der Nederlanden,
blijkt uit zijn deelname aan diverse kerkelijke vergaderingen. In 1571 was hij
voorzitter van de generale synode van Emden en ook de provinciale synode van
Dordrecht (juni 1574) werd door hem voorgezeten. Op de nationale synode van
Dordrecht (juni 1578) fungeerde Van der Heyden als assessor.
Na de
Pacificatie van Gent (8
november 1576) verbeterde ook in Vlaanderen en Brabant het klimaat voor de
protestanten. Vooral vanaf 1578 deden zich voor de calvinisten nieuwe
mogelijkheden tot expansie voor, en onvermijdeljik werd ook Heidanus hierbij
betrokken. In juni-juli 1578 was hij actief bij de aanbieding van het rekwest
van religievrede aan de landvoogd,
Matthias van Oostenrijk, en de Raad van
State. Rond die tijd werd Van der Heyden uitgeleend aan de Antwerpse gemeente,
die op 18 oktober een vaste beroeping op hem uitbracht. De Middelburgse gemeente
kon dit beroep evenwel niet inwilligen en daarom trachtte Heidanus in 1578-1579
zoveel mogelijk beide gemeenten te bedienen. Vanaf het najaar 1579 en tot 1585
was hij echter voorgoed te Antwerpen bedrijvig. Gaspar van der Heyden speelde in
die jaren een uiterst belangrijke rol bij de uitbouw van het calvinisme, niet
alleen in Antwerpen, maar in geheel Brabant. Zo was hij in september 1578 actief
te Brussel, waar hij zich ingezet had voor de op 18 september 1578 afgekondigde
religievrede, die hij samen met David Arondeaulx ondertekende. Toen Mechelen op
9 april 1580 door Staatse troepen werd ingenomen, was Heidanus onmiddellijk in
de weer om het calvinisme door zijn predikaties in zijn vaderstad te verbreiden.
Nadat Antwerpen zich in augustus 1585
had overgegeven aan Farnese, verliet Gaspar van der Heyden de Scheldestad. Na
een kort verblijf, vermoedelijk in Holland en Zeeland, begaf hij zich voor de
derde maal naar Frankenthal, waar hij in het voorjaar van 1586 arriveerde. Door
de calvinistische paltsgraaf Johan Casimir werd hij aangesteld tot inspecteur
van Bacharach en omgeving, waar hij nog in hetzelfde jaar overleed. Zijn zoon,
Gaspar jr., die in 1581 de calvinistische school van Antwerpen had bezocht, zou
later te Frankenthal eveneens predikant worden.
Samenvattend kunnen we stellen dat
Heidanus’ predikantenloopbaan karakteristiek mag genoemd worden voor de evolutie
die het eerste generatie-calvinisme in de Nederlanden doormaakte door zijn
onafgebroken arbeid als predikant, zijn inbreng op een aantal belangrijke
synodes en zijn contacten met Oranje, Marnix en tal van vooraanstaande
predikanten was hij één van de meest belangrijke gereformeerden in de
Nederlanden. Alhoewel Heidanus geen veelschrijver was, heeft hij toch ook op dit
terrein belang, onder meer door zijn werd aan de Heidelbergse catechismus. In
zijn theologie vertoonde hij duidelijk een calvinistisch gelaat; tegen de
lutheranen en nog meer tegen de doopsgezinden zette hij zich scherp af.
Guido Marnef
Dit is een enigszins aangepaste versie van: G. Marnef, ‘Gaspar
van der Heyden 1530-1586’, in: Luister en rampspoed van Mechelen ten tijde van Rembert Dodoens
1585-1985, Mechelen 1985, pp. 95-97.
Literatuur
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden VIII, 1 (Haarlem,
1867) 391-395
Allgemeine Deutsche Biographie 11 (Leipzig, 1880) 293-294 (J.C. van
Slee) (Heidanus)
Biographie Nationale de Belgique 8 (Bruxelles, 1884-1885) 844-849
(Charles Rahlenbeck)
Biografisch Lexicon voor de Geschiedenis van het Nederlands Protestantisme
II (Kampen, 1983) 243-246 (D. Nauta)
Nationaal Biografisch Woordenboek V (Brussel, 1972) 448-453 (R. van
Roosbroeck)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II (Leiden, 1912) 570-573
(L. Lasonder)
Instrumentos cientificos del siglo XVI : la corte Espanola y la escuela de
Lovaina : Fundacion Carlos de Amberes Madrid 26 de noviembre de 1997 a 1 de
febrero de 1998 / responsables cientificos Jacques van Damme, Koenraad van
Cleempoel, Gerard L'E. Turner ; ensayos M. Esteban Pineiro ... [et al.] ;
edición dirigida por F. Villaverde. - Madrid : Fundacion Carlos de Amberes,
1997. - 248 p. : ill., portr. ; 29 cm Engelse vert.: Scientific instruments in
the sixteenth century ... Madrid, 1997. ISBN 84-87369-03-0
The production of scientific instruments in Louvain in the 16th century / by
Koenraad van Cleempoel. In: Scientific instruments in the sixteenth century :
the Spanish court and the Louvain School : Fundacion Carlos de Amberes Madrid 26
November 1997-1 February 1998: (1997), p.59-74.
Het Calvinistisch bewind te Mechelen, 1580-1585 / door Guido Marnef. -
Kortrijk-Heule : UGA, 1987. - 406 p. : ill. ; 24 cm. - (Anciens pays et
assemblées d'états = Standen en landen ; 87) Met lit. opg. en reg.. ISBN
90-6768-132-6
Guido Marnef, `Het protestantisme te Brussel, ca. 1567-1585', Tijdschrift voor
Brusselse geschiedenis 1 (1984) 57-82
A.J. Jelsma, Adriaan van Haemstede en zijn martelaarsboek, ’s-Gravenhage, 1970,
vnl. p. 22-28
Gaspar van der Heyden, 1530-1586 / door Maximiliaan Frederik van Lennep. - [S.l.
: s.n.], 1884 (Amsterdam : Spin). - VIII, 288 p. ; 23 cmj. Proefschr. Amsterdam
G.U. - Ook beschikbaar in microvorm.