Pro lege, rege et grege
Latijn. Vertaling: Voor de wet, de koning en het volk
In 1568 publiceerde prins Willem van Oranje zijn Waerschouwinge des
princen van Oraengien, aende inghesetenen ende ondersaten van den Nederlanden,
waarin hij opriep tot verzet tegen de Spanjaarden en de hertog van Alva. Op de
titelpagina van het pamflet prijkt de leus:
PRO LEGE REGE
ET GREGE
Met de spreuk wilde hij tot uitdrukking brengen dat zijn acties
niet gericht waren tegen de koning, die immers het wettig gezag
vertegenwoordigde, maar tegen diens slechte raadgevers. Toen de prins in het
najaar van 1568 een inval in de Nederlanden waagde, stond op verscheidene
vaandels dezelfde spreuk geschreven. Bij de latere invallen van 1572 is de leus
niet meer gebruikt, maar vervangen door het rood-wit-blauw als
onderscheidingsteken.
De spreuk is alleen schriftelijk overgeleverd bij de belangrijkste
geschiedschrijvers. Zo meldde Pieter Bor (Oorsprongk,
begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, ed. 1679, deel I, 255):
"sommige van den voetvolke hadden in hare vendelen voor hare divisen/ Pro
lege, grege et rege: dat is/ voor de wetten, voor het volk, en voor den coninck,
recht of sy hadden willen seggen:
Voor den coninck, volk ende wetten vroet
Willen wy vry wagen lijf ende goet".
Pieter Corneliszoon Hooft deelt
mee in zijn Nederlandsche Historiën (ed. 1703, deel I, 196): "In
eenighe zyner vendelen, stond, Pro lege, grege et Rege, dat is, voor
wet, gemeente en Koning. Dezelfde informatie biedt Emanuel van Meteren:
"Veel hadden in haer vaendels gheschreven/ PRO LEGE, GREGE ET REGE, dat is:
voor de wet, 't volck, ende den koningh (ed. 1652).
Contemporaine afbeeldingen met de spreuk op de vaandels zijn de redactie niet
bekend. Een gravure van Matthias Zuendt, voorstellende de overtocht van het
leger van de prins over de Maas in 1568, toont niets wat op deze spreuk lijkt.
Het door Goltzius gegraveerd portret van de prins uit 1581, beeldt de prins af
als veldheer, omgeven door vier spreuken en bekroond met het Je
maintiendrai, maar zonder het "Pro lege, rege et grege". De
fictie dat men alleen de raadgevers van de koning bestreed en niet de koning
zelf, kon toen niet
meer worden volgehouden. Latere fantasie-voorstellingen, met name
negentiende-eeuwse boekillustraties en schoolplaten, tonen wel afbeeldingen van
de vaandels met de spreuk "Pro lege, rege et grege".
Literatuur
G. Groen van Prinsterer, Archives, III, 291.
Felix Rachfahl, Wilhelm von Oranien, III, 482.