Geuzenpenning
Tegenhanger
De hertog van Aarschot `nam een kenteeken aan dat hem zeer duidelijk van de
geuzen onderscheidde, bestaande in het dragen van een zilveren penning op den
hoed, welke aan de eene zijde een Christusbeeld en aan de andere het Lieve
Vrouwenbeeld van Hal vertoonde. Aldus met zijne dienaren uitgedoscht, kwam hij
op eene statelijke wijze Brussel binnen rijden en verscheen aldus, tot groote
vreugde der Landvoogdes, ten hove. Margaretha gaf hiervan schriftelijk aan paus
Pius V kennis, die verscheidene penningen zegende, en hun die ze droegen, zeer
ligt aflaat schonk. Men wil dat de gewoonte van penningen dragen bij de
Roomsch-Katholijken in Europa, van Aarschot's instelling zijnen oorsprong neemt.
De Lieve Vrouwenpenningen zijn bij Van Loon afgebeeld. Later, bij het meer en
meer toenemen der verwijdering tusschen Roomschen en Onroomschen, stond hij en
de zijnen derwijze aan de bespotting der laatstgenoemden bloot, dat zij dit
onderscheidingsteeken moesten afleggen.
A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden III
(Haarlem, z.j.) 877-882 (s.v. Croy)